publicatiedatum: 24 november 2025
Huurders van woningcorporatie Oost Flevoland Woondiensten (OFW) waarderen de dienstverlening van de woningcorporatie dit jaar gemiddeld met een 7,9. Dat blijkt uit de resultaten van Aedes Benchmark die vandaag zijn gepubliceerd. “We zetten onze stijgende lijn door,” vertelt Noek Pouw, directeur-bestuurder van Oost Flevoland Woondiensten. “Maar de resultaten zetten ons ook op scherp om ons te blijven verbeteren.”
De woningcorporatie krijgt voor het onderdeel ‘huurdersoordeel’ opnieuw een B-score. Wat opvalt, is dat huurders met een reparatieverzoek én huurders die hun woning verlaten, de woningcorporatie zelfs hoger waarderen dan het landelijk gemiddelde. Dit zie je ook terug in een hoger gemiddeld cijfer dan vorig jaar.
De woningcorporatie zet – met het verbeteren van het mutatieproces – in om ook op het oordeel van nieuwe huurders te verbeteren. “We hebben de ambitie dat huurders ons gemiddeld met 8+ beoordelen,” vertelt Noek.
Woningkwaliteit
Oost Flevoland Woondiensten laat opnieuw een sterke ontwikkeling zien op het gebied van duurzaamheid. “We laten op alle onderdelen binnen het thema ‘duurzaamheid’ een verbetering zien.” Ook de ervaren woningkwaliteit stijgt, naar een waardering van 7,4. Opvallend, want in het landelijk gemiddelde is juist een lichte daling zichtbaar. “Een groot compliment aan onze collega’s die dagelijks werken aan het onderhoud en kwaliteit van onze woningen.”
Bedrijfslasten
Waar de woningcorporatie op onder andere huurdersoordeel, duurzaamheid en woningkwaliteit beter scoort, is de beoordeling op ‘financiën’ gedaald naar een C-score. Het is het gevolg van hogere kosten voor automatisering en toegenomen salaris- en advieskosten. “Het gaat voor een groot deel om incidentele uitgaven in 2024. We verwachten daarom in 2025 weer een verbetering, maar deze beoordeling laat nog eens zien hoe belangrijk het is dat we kritisch blijven op onze uitgaven.”
Beschikbaarheid, betaalbaarheid en leefbaarheid
De betaalbaarheid blijft stabiel. De gemiddelde huur stijgt licht, maar volgt de landelijke trend. De leefbaarheidsscore laat een kleine daling zien. “Dat vinden wij teleurstellend, zeker omdat we juist méér doen om buurten prettig en veilig te maken,” verklaart Noek. “We zien de beoordeling als een extra motivatie om door te gaan met onze inzet in de wijken en buurten.” De daling op de beschikbaarheid van woningen geeft volgens Noek een vertekend beeld. “De benchmark herstelt zich komend jaar vanzelf, omdat de nieuwe flexwoningen nét na de jaarwisseling zijn opgeleverd.”
Bron: OFW




